De regering presenteerde op dinsdag het Energierapport 2008, met daarin een
verstrekkende energievisie met doelen die in 2050 gerealiseerd moeten zijn.

Plannen voor de inzet van kernenergie maken geen deel uit van de visie.
Een beslissing over het wel of niet bijbouwen van kerncentrales wordt
doorgeschoven naar het volgende kabinet.

Nederland moet erop inzetten om in 2050 de gasverwerker en -leverancier van
West-Europa te zijn.

Het eigen aardgas is dan al op, en de lege ondergrondse ruimten – waar eens
ons eigen aardgas zat – zal gebruikt worden om buitenlands gas en CO2 in op
te slaan.

Het gas zal naar Nederland komen in de vorm van vloeibaar aardgas
(LNG), dat door schepen uit het Midden-Oosten aangevoerd wordt.

Ook zal Russisch gas via een pijpleiding door de Baltische Zee worden
aangevoerd en is Nederland straks een grootimporteur van steenkool.

Die kolen zullen via een speciaal proces worden omgezet in gas, waarna ook dat
geëxporteerd zal worden naar omringende landen.

Het kabinet zet in op deze distributiestrategie omdat rond 2030 à 2040
de eigen aardgasvoorraad nagenoeg uitgeput zal zijn.

Dat betekent automatisch dat de tientallen miljarden aan gasbaten die
Nederland nu financieel gezond houden, ook verdwijnen.

Nederland beschikt dankzij de jarenlange ervaringen met aardgas wel
over een gedegen distributiesysteem. Het aardgasnet doorkruist heel het
land.

Dit net wil de regering de komende jaren fors uitbreiden, en tegelijkertijd
inzetten op de aanleg van een bijna geheel nieuwe
distributie-infrastructuur. Die moet Nederland klaar maken voor een toekomst
van aardgas en alternatieve energievormen.

Als eerste aanzet trekt het kabinet tot 2011 7,5 miljard euro uit. Maar in de
jaren daarna zullen nog miljarden extra geïnvesteerd moeten worden.

Dat geld zal niet altijd makkelijk voorradig zijn, daarom heeft het
kabinet besloten de FES-wet (Fonds Economische Structuur) te veranderen.

In dat fonds gaat nu een groot deel van de aardgasbaten. Maar nationale en
Europese regels verbieden dat die miljarden voor van alles en nog wat
gebruikt worden.

Het kabinet wil nu 40 procent van de aardgasbaten in het FES-fonds, kunnen
aanwenden voor investeringen in de aanleg van duurzame energieprojecten.

Ook voor de eigen energievoorziening zal Nederland grotendeels leunen
op het aangevoerde gas, maar gaat het kabinet er vanuit dat het land voor
een groot deel zelfvoorzienend zal zijn.

Huizen en kantoorgebouwen moeten zoveel mogelijk hun eigen energie opwekken.
Bijvoorbeeld door zonnepanelen, zonneboilers, mestverbranding, warmte uit de
aarde en andere alternatieve energiebronnen.

Tegelijkertijd hoopt het kabinet dat het, samen met onder meer de
Britten en de Noren, de Noordzee kan ontwikkelen tot een nieuw
'energiegebied'.

Grote windmolenparken, gaswinning en de opslag van aardgas en CO2, zijn ideeën
waar het kabinet over denkt.

Nationale energiebedrijven en de netwerkbeheerder zullen actief de boer op
moeten, om Nederland in de omringende landen te verkopen als het ideale
distributieland om aardgas van te betrekken.

Zulke verkooppraatjes zijn nodig, want landen kunnen nu ook zelf met
een gasleverancier als Rusland gaan onderhandelen over een directe levering.

Het geluk voor Nederland is daarbij dat landen niet afhankelijk willen zijn
van één gasleverancier, en daardoor zullen willen diversifiëren om risico's
te spreiden.

Om de concurrentie voor te zijn, zal het kabinet ook pro-actief gaan praten
met gasgiganten Rusland, Kazachstan, Algerije en Saoedi-Arabië.

Voor wat betreft het milieu en energiegebruik, is de regering niet heel
optimistisch.

Het gebruik van benzine en diesel door auto's zal teruggeschroefd zijn naar
nagenoeg nul in 2050, zo hoopt het kabinet.

In plaats daarvan zullen de meeste auto's en vrachtwagens rond die tijd
rijden op elektromotoren, zonne-energie en waterstof.

Niettemin zal de vraag naar fossiele brandstoffen in de wereld - waaronder nog
steeds aardolie - met 50 procent gestegen zijn, vergeleken met het huidige
niveau.

Dit is grotendeels door de sterke vraagtoename vanuit India, China en
Rusland. Deze economieën zullen de komende veertig jaar onstuimig blijven
groeien.

Helaas zal tegelijkertijd ook de CO2-uitstoot doorstijgen. Het kabinet
verwacht zelfs met de huidige reductieafspraken, wereldwijd een toename van
60 procent.

In eigen land gaat de regering sterk inzetten op het afvangen van
CO2-uitstoot. Dat zal noodzakelijk zijn. Want met de bouw van nieuwe
kolencentrales, die kolen om moeten zetten in gas (gassificatie), zal de
uitstoot van CO2 stijgen.

Verschillende maatschappelijke partijen hebben al gereageerd op de plannen.

Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB Nederland noemen de visie een
goede eerste stap. Maar zij vinden het jammer dat de regering geen
beslissing heeft genomen over de bouw van meer kerncentrales.

Milieuorganisaties als Greenpeace, Natuur & Milieu en Milieudefensie
vinden de plannen juist niet ver genoeg gaan.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl